Lumbini (75 meter)

Gisteren ben ik met het vliegtuig in Bhairahawa aangekomen en vandaar naar Lumbini gereisd. Lumbini ligt in de Terai, de laaggelegen vlakte van Nepal. Het is hier tropisch warm en er is geen berg meer te zien.

In Lumbini (zegt het verhaal) is de Boeddha geboren. In tegenstelling tot Bod Gaya (waar hij de verlichting kreeg) is dit een rustig slaperig plaatsje. Er is nauwelijks een westerse toerist te zien, laat staan een mediterende (vrij dominant in Gaya aanwezig) en de enige bezoekers zijn pelgrims uit de omringende boeddhistische landen.

‘De plek’ ligt midden in een heilige tuin, en over ‘de plek’ is in 2002 de tempel gebouwd, hij straalt niet veel uit. ‘De plek’ wordt gemarkeerd door een steen en een sculptuur. Keizer Ashoka heeft ooit deze steen als ‘de steen’ benoemd.

Naast de tempel staat de pilaar van keizer Ashoka. Deze keizer was een tijdgenoot van de Boeddha en bekeerde zich (na eerst enige weerstand) tot het boeddhisme. Ook het hek rondom de pilaar wordt met bladgoud beplakt.

Ik stond in de rij voor het bezoek aan de Maya Devi tempel tussen een grote groep pelgrims uit Myanmar. Ze waren ontzettend blij dat ze Lumbini konden bezoeken en dat ze naast mij stonden. Hun reis was georganiseerd dood shrine express (stond er op hun tasje) ze werden begeleid door enkele monniken en gingen na het bezoek langdurig in gebed. (Ik heb nog even gedacht de Rohinghya’s met de monniken te bespreken, peace…… maar wie ben ik dat te doen, en ze waren zo gelukkig, eindelijk het land uit, eindelijk op pelgrimage).

De steen is nauwelijks te zien, hij ligt diep onder de grond en is bedekt door een glasplaat en dit alles wordt bewaakt door soldaten die de gelovigen (die in vervoering raken) tot doorlopen manen. Rondom dit al staat een muur die ook door blaadjes bladgoud bedekt is, die er door de pelgrims op worden gewreven. In Mandalay staat een tempel met een beeld, dat 3x per jaar door een nieuw vervangen moet worden, dan is het nml in een enorme klomp goud veranderd.

Mijn Myanmarese buurman wilde Rupees offeren (de grond ligt er mee bezaaid) en vouwde van het biljet een vliegtuigje. Dit kwam bijna weer bij ons terug. Hij was een beetje oud en dementeerde waarschijnlijk. De anderen schermden hem van de mensen af en keken verontschuldigend naar mij en de soldaten bij het gooien van het vliegtuigje.

Via de uitgang van de tempel kom je op een grote plaats met bodibomen. Deze zijn allemaal met elkaar verbonden door een zee van gebedsvlaggen. Tot mijn verbazing zat er rond de grootste bodiboom een kring van hindoe saddu’s.

Dit gaf een gezellige oecumenische aanblik, maar de saddu’s werden een kwartier later door de soldaten gesommeerd te vertrekken.

Ondertussen liepen de pelgrims enigszins verdwaasd rond de boom en de saddu’s.

De tempel staat in een enorm park, waar nog volop aan gebouwd wordt. De Thaise regering sponsort dit enthousiast, ook bv door dit beeldje: de Boeddha in zijn kinderjaren.

In het park heeft ieder zich boeddhistisch respecterend land tenminste 1 tempel.

(de Tibetanen hebben er bv 5, voorzover ik kon tellen en Thailand laat zich ook niet onbetuigd).

Ik heb de Chinese, een Tibetaanse en de Koreaanse tempel bezocht, deze waren erg mooi.

Dit is in de tuin van de Chinese tempel.

In de Koreaanse tempel

En ik kon het natuurlijk niet laten van deze prachtige bougainville voor de Tibetaanse stupa een foto te maken.

Dwars door het park loopt een soort kanaal van 5 km lang. Er varen bootjes in, waarin de pelgrims worden rondgevaren na het uitvoeren van de verplichte rituelen. Aan het eind van dit kanaal ligt de grote vredespagode gebouwd door Japan. Er valt veel over te zeggen, dus hierbij het bijschrift. Dit zegt voldoende.

Ik heb de hele ochtend door het park gelopen, dit was heerlijk. ‘s Middags heb ik fruit gekocht, alvast wat (zwarte) Indiase Rupees gewisseld (de banken hier willen geen Nepalese Rupees wisselen en hebben geen Indiase). Bij de grens is waarschijnlijk geen bank. En ik heb vervoer voor morgen geregeld. Dan vertrek ik naar Kushinagar, de plaats waar de Boeddha gestorven is.

Toen ik naar het hotel terugliep kwam er een groep apen aan, grote mannetjes, moeders met kleintjes en ze staken hup de weg over. En ik realiseerde me, ik ben uit de bergen, terug op de laagvlakte.

2 Reacties op “Lumbini (75 meter)”

Plaats een reactie