Het eiland Kizo Pogost is in zijn geheel openluchtmuseum en Unesco wereld erfgoed. De tocht ernaar toe duurde 1,5 uur met de hydrofoil. Ooit begonnen als kleine nederzetting met een kerkje, is het nu een openluchtmuseum met diverse kerken en huizen, alles van hout en allemaal uit Karelië. Denk ik. Daar kan niemand hier duidelijkheid over geven. Net zo als bv de relatie Karelië – centraal gezag, Poetin bv. wordt er hier gedacht aan onafhankelijkheid? Hoe is de economische verhouding? Ik denk dat Karelië wel wat ontwikkelingshulp uit Moskou kan gebruiken. Ooit toen de staten zich hier aan het vormen waren was Karelië een zelfstandig gebied, Stalin heeft de grens met Finland er dwars doorheen getrokken. En toen hoorde de helft van Karelië bij de USSR.
Gisteren, op weg naar een socialistische reclame wilden we niet 20 meter omlopen naar het zebrapad, maar hup, zo de weg over steken. (Nederlanders nietwaar?). Toen begon een voorbijganger ‘Finland?’ te roepen. (Finnen steken misschien ook niet bij het zebrapad over? Of misschien is iedereen die er een beetje anders uitziet een Fin? Of misschien komen er hier alleen maar Finnen?) ‘Holland’ riepen we terug, onbegrip, ‘Cruyff! Ajax! Europa! Engeland!’ Geen reactie, behalve ‘ Finland!’ Toen maar ‘Frankrijk’ , je wilt toch duidelijkheid over je identiteit verschaffen, Frankrijk ligt tenslotte relatief dichtbij Nederland, hij knikte toen maar, waarschijnlijk om er van af te zijn. Wij zijn toen maar via het zebrapad overgestoken.
Maar nu verder met Kizi Pogost.
Het eerste gezicht op de Kerk van de Intersession.
Rechts, de kleinere kerk is de winterkerk, (deze kon verwarmd worden), rechts staat de zomerkerk. In het midden de klokkentoren. De zomerkerk werd gerestaureerd. De winterkerk heeft 10 doms, die allen met houten dakpannen bedekt zijn. (De gehele kerk is trouwens van hout).
Dit is Serje, de gids op het eiland. (In elke plaats, op elk moment is er een nieuwe gids, en de eerste dagen allemaal met een enig hoedje op). Dus dacht ik deze reis van hen allen een foto te nemen. En toen kwam Serje, en met hem hielden de hoedjes op.
Maar hij sprak vloeiend Engels en Turks.
Naast het kerkje ligt het kerkhof .
Een detail van een raam uit het district Medvezjegorsk, Noord Rusland, stond er op het bordje.
Golikovka
‘In de arbeidersnederzetting Golikovka was de voormalige kerk ingericht tot streekmuseum. Daar waren reusachtige blokken van rose en goudkleurige glimmer tentoongesteld, naast kant en monsters van prachtig gegoten voorwerpen. In dit museum waar ik volledig alleen was (op de oude zaalwachter na was er bijna niemand te zien) besefte ik dat ik mij tot dan toe, net als de meeste andere bezoekers van musea, onverstandig gedragen had en daarom ook zo snel moe werd. Ik probeerde om zoveel mogelijk alles te bekijken. Na een half uur kreeg ik dan een stekende hoofdpijn en ging ik gebroken en leeg weer weg. Mijn poging, hoe volledig oprecht ook, om in een uur of twee, drie alles te leren kennen wat in de loop der eeuwen geschapen was en tijdens lange, lange jaren door de mensen verzameld was, was op zichzelf al onzinnig genoeg.’
Uit: Reis naar het Noorden
Kondopoga, kerk van het Ontslapen Moeder Gods
Prachtige iconen op die houten muren. Ik moest denken aan die prachtige fresco’s van Giotto, of de beschilderingen in de Tibetaanse tempels. Allemaal stripverhalen voor de analfabeten, zoveel werk, zoveel tijd, zoveel liefde en allemaal zo mooi.
Een detail van een icoon, baby Jezus.
Breed inzetbaar, in pak!
Toen we buiten naar de kerk stonden te kijken, kwam deze man er aan. Met een bijzonder pak. Veel mannen lopen hier in bijzondere pakken. Een halve, of hele militaire outfit, soms werkelijk militair, of een soort van, soms nationalist, enz. Eerst dacht ik dat ik een staatsgreep gemist had, maar het is gebruik, of mode.
Van deze man moesten we eenmaal binnen in de kerk ons hoofd bedekken, ik had zelf een sjaal bij me, hij lette op dat we geen flitsfoto’s maakten en hij verkocht souvenirs.
En dit was de gids deze keer
Kivatsji-watervallen
Vanuit Petrozavodsk ging ik naar de waterval van Kivatsji en aanschouwde deze ‘diamant strooiende berg’ zoals Derzjavin het uitdrukte.
Uit: Reis naar het Noorden
‘Ik zag veel meren met water in de kleur van tin, ademde de geur van run in waar heel Karelië mee doordrongen was, luisterde naar een oude vertelster uit de Zaonezje van wie de liederen in de noordelijke nacht en de smart van de vrouwen aldaar geboren waren, bezichtigde ons houten Florence met zijn kerken en kloosters, voer op het Onegameer en ik kan me tot op de dag van vandaag niet aan de indruk onttrekken dat dit betoverd was en overgebleven uit tijden toen de oerstilte van de aarde nog door geen enkel geweerschot verstoord werd.’
Uit: Reis naar het Noorden