De afgelopen tijd zag ik niet alleen maar tempels. We liepen door prachtige natuur en ik heb geloof ik elk mooi boompje en elk prachtig uitzicht op de foto gezet. Maar de steden zijn niet echt mooi. Wat opviel was de reclame voor de kappers. Alle reclames zijn in het Japans, behalve die van de kappers. En er zitten prachtige bij. We denken dat met de invasie van de Amerikanen in de 2e Wereldoorlog het kappen een grote vlucht nam. Veel ‘perm’ dus, ofschoon we nauwelijks een gepermanent hoofd hebben gezien.















Tijdens het lopen keek ik ook wel eens naar de grond en zag daar prachtige putdeksels. Elke stad heeft haar eigen ontwerp deksel.








De weg vinden Wat de Amerikanen ook brachten (denk ik) is de nummering van de belangrijkste wegen. ‘Route 56’ is een begrip voor ons geworden. En alweer: dit kunnen we lezen en zo konden we de weg weer (terug) vinden.
De slippers In ryokans en minshuku’s moeten de schoenen direct uit in het halletje achter de voordeur. Daar liggen slippers klaar. Hierop loop je naar je kamer en als daar een tatami mat ligt, dan moeten de slippers weer uit, die laat je buiten bij de deur staan. Die slippers zijn trouwens levensgevaarlijk. Bij aankomst ben je moe, ze passen nooit en je hebt je sokken nog aan. En zo ga je op die slippers met je rugzak en je spullen weer een onbekende trap op. De berg op ging gemakkelijker.
En dan moet je naar de wc. Je slippers staan buiten op de gang en hiermee loop je naar de wc. Daar staan toiletslippers (op de slippers staat vaak ‘toilet’). Deze zijn dus voor in de wc.
Wil je nog een keer naar buiten? Bij de deur staan ‘buitenslippers’ klaar.
En dan kom je uiteindelijk weer op je kamer en ontdek je dat je met de verkeerde slippers toch weer op die tatami mat staat.
In Takamatsu sliepen we in een chique hotel. Op de slippers die we in de kamer vonden stond ‘for room use only’. Maar wij toch op deze slippers naar het ontbijt. Bij de ingang werden we tegen gehouden. We mochten niet op deze slippers naar binnen. ‘Maar wij hebben alleen grote (en ook vieze) wandelschoenen aan, die kunnen we toch niet hier dragen?’ De dame belde haar baas (via een telefoontje dat op haar blouse bevestigd was). Na beraad mochten we voor 1 keer op deze slippers ontbijten.
Het toilet Is een zaligheid: de bril is vaak verwarmd of er zit een stoffen hoesje om de bril. Soms klinkt het geluid van stromend water als je eenmaal zit, of het geluid van kwetterende vogeltjes. Ben je klaar dan heb je de keuze uit een bidet, een toiletshower of een derde mogelijkheid. Zowel de kracht als de temperatuur van deze drie zijn te regelen. Soms spoelt het toilet automatisch door na het opstaan.
Buigen Doet men als begroeting of als dank. Op de tv zagen wij hoe belangrijker hoe dieper beide partijen met het buigen gaan. En dan gaat het maar door, steeds dieper. Ik moet toegeven, ik ben gelukkig niet belangrijk en maak dus maar een kleine buiging. Maar het hangt nauw, de buiging.
Ha marga,
Zo leuk je verhaal over de slippers, zo vaak liep ik op mijn slippers over de tatamimatten of stonden de toiletslofjes op de gang voor mijn kamer, en kwam er s’nachts iemand mijn kamer binnen op slofjes, die zich in de deur vergist had!
veel groetjes van Jose
LikeLike
Het went nooit, het gaat nog steeds af en toe fout…..groetjes, Marga
LikeLike