er is alles in de wereld het is alles
de dolle hondenglimlach van de honger
de heksenangsten van de pijn en
de grote gier en zucht de grote
oude zware nachtegalen
het is alles in de wereld er is alles
Allen die zonder licht leven
de in ijzeren longen gevangen libellen
hebben van hardstenen horloges
de kracht en de snelheid
binnen het gebroken papier van de macht
gaapt onder de verdwaalde kogel van de vrede
gaapt voor de kortzichtige kogel van de oorlog
de leeggestolen schedel
de erosie
er is alles in de wereld het is alles
arm en smal en langzaam geboren
slaap wandelaars in een koud circus alles
is in de wereld het is alles
slaap
-Lucebert.

Zowel het gedicht als het schilderij zijn van Lucebert. Beide hangen bij de ingang van het fotomuseum in Rotterdam waar ik ging kijken naar de tentoonstelling van foto’s van Johan vd Keuken. Het zijn mooie foto’s maar Lucebert maakte de meeste indruk op me.
Tegen het uitwissen
Suze Robertson
In het Panorama Mesdag Museum is een overzichtstentoonstelling van Suze Robertson. En zij ging er tegen in: tegen het idee dat vrouwen niet konden schilderen (en helemaal niet als beroep), tegen de toenmalige manier van schilderen: ze gebruikte het materiaal anders en had andere opvattingen over de onderwerpen van haar schilderijen.
Op de tekenacademie werd ze in eerste instantie toegang geweigerd bij het schilderen van de (vrouwelijke) naakten. (En tja die mannen natuurlijk wel…). Via, via kwam ze er binnen. En net zo ging het met haar eerste baan, ook daar werd ze in eerste instantie weggestuurd. (Na een wel zeer open sollicitatie: ze wandelende gewoon naar binnen).
Haar talent gebruikte ze eerst door te werken als tekenlerares, na enkele jaren waagde ze de sprong: ze ging als zelfstandig kunstenaar door. Ze bleef opkomen voor de rechten van vrouwen.


Critici vonden haar schilderijen veel te donker, ze gebruikte veel te veel zwart. ‘Het is beter bestreden dan genegeerd (en daarmee ook uitgewist) te worden’, was haar antwoord hierop. En wat leeft dit gezicht! Zagen die critici dat ook?

Van ‘Pietje’ (ik meen een dienstmeisje) heeft ze diverse schilderijen gemaakt. Grote ‘platte’ vlakken met duidelijke contourlijnen. Wat me opviel zijn de gouden blaadjes op de achtergrond. (In Birma worden ze verkocht om op de Boeddha beelden te plakken die daar een klomp goud van worden……kassa voor de monniken). Suze Robertson gebruikte ze om de hele achtergrond met goud te bedekken. Pietje als madonna?
En daarna ging ik naar het Kunstmuseum.
Nicole Eisenman
Dit was een emotionele ‘overval’. Enorme schilderijen, verschillende technieken, maar allemaal afbeeldingen van ‘de mens in zijn bestaan’: identiteit, queerness (Eisenman laat zich ‘hen’ noemen), de maatschappij, racisme: het komt allemaal en soms op enorm grote werken aan bod. Het zijn schilderijen waar ik haast niet van kon loskomen. Je wilde er naar blijven kijken, analyseren, alles opnemen wat er op stond. En dat was zo veel…. Vaak werd ik door emoties overspoeld. Wat een kracht straalde dit werk uit.
Op de tentoonstelling hangt haar werk naast dat van andere moderne schilders: zoals Jawlensky, Paula Modersohn-Becker en Max Beckman.




Het kon niet op, naast het Kunstmuseum staat het Fotomuseum.
Judith Joy Ross
Portretten van Amerika.
Judith Joy Ross maakte hoofdzakelijk portretten van mensen, gewone mensen. Geboren in een arbeidersmilieu is ze later naar haar geboortestad teruggegaan om ‘de meisjes uit haar straat’ op de foto vast te leggen. Ze gebruikte een ingewikkelde, moeilijke ontwikkel techniek waardoor haar foto’s zachte zwart wit ‘kleuren’ hebben. Alle foto’s laten de emoties zien en het geheel is een dwarsdoorsnede van de Amerikaanse samenleving, met de nadruk op de arbeidersklasse.



Alles van waarde is weerloos
Alle drie deze kunstenaars lieten zich niet uitwissen, Suze Robertson niet door de conventies van haar tijd, Judith Ross’ niet door haar milieu en Nicole Eisenman niet door haar gender. Ze werden niet alleen niet uitgewist, maar ze zetten er een stempel op, ze lieten de wereld zien in al haar facetten, door de mens te tonen in al haar ‘zijn’, in al haar weerloosheid.
En ondertussen wisselt de ellende zich af, Afghanistan, Oekraïne, Turkije en Syrië, het gaat maar door. Ik verberg me niet achter de getallen waar Doris Lessing over sprak, maar ik kan ze niet vatten, zulke enorme hoeveelheden, ‘twee keer zo groot als Nederland’, 300.000 Russische soldaten, Oekraïne, de aardbeving. We leven in verschrikkelijke tijden.
Dag Marga,
Wat mooi dat je weer aan het schrijven bent.
Ik lees het met heel veel plezier en het inspireert me.
En verruimt mijn blijvend.
Dankjewel,
Lieve groet van José
LikeLike
Dank José, voor deze mooie woorden.
LikeLike